Oordeel 2022-024, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Patiënte leed ondraaglijk op grond van een stapeling van verschillende ouderdomsaandoeningen.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Een vrouw, ouder dan negentig jaar, leed sinds geruime tijd voor het overlijden aan meerdere aandoeningen. Zo was er sprake van hartfalen, loopstoornissen, maculadegeneratie (oogziekte), presbyacusis (ouderdomsslechthorendheid) en chronische nierinsufficiëntie.

De vrouw had een slecht zicht en ook haar gehoor was flink verslechterd. Daarnaast was zij erg vermoeid en kortademig na geringe inspanning. Door de combinatie van haar aandoeningen was de vrouw beperkt in haar mobiliteit. Zij kon alleen nog moeizaam korte stukjes in haar woning lopen. De vrouw kon de activiteiten die haar voorheen afleiding en plezier gaven niet meer uitoefenen. Ook werd zij in snel toenemende mate afhankelijk van anderen en een opname in een verpleeghuis dreigde. Dat vooruitzicht was voor de vrouw onverdraagbaar.

De vrouw, die tot hoge leeftijd een actieve en zelfstandige vrouw was geweest, leed onder het verlies van autonomie, de toenemende afhankelijkheid van anderen en de zinloosheid en uitzichtloosheid van haar situatie. Zij vreesde verdergaande fysieke achteruitgang en dat wilde zij niet meer meemaken. De vrouw ervoer haar lijden als ondraaglijk.

De vrouw had eerder met de huisarts over euthanasie gesproken. Zij vond het te emotioneel om de euthanasie zelf te verrichten. Hierop wendde de vrouw zich tot Expertisecentrum Euthanasie. De arts heeft drie keer met de vrouw gesproken. Direct tijdens het eerste bezoek, circa een maand voor het overlijden, verzocht de vrouw direct om uitvoering van de levensbeëindiging.

Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor de vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Hij bezocht de vrouw drieënhalve week voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.

De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.