Oordeel 2014-85, arts, kanker, zorgvuldigheidseisen algemeen

Patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, werd in verband met een cervixcarcinoom behandeld met radio- en chemotherapie. Daarbij liep zij progressieve radiotherapeutische schade op. Er ontstonden fistels tussen blaas, rectum en vagina. Nadien ging de gezondheidstoestand van patiënte verder achteruit. Zij was incontinent voor urine en had een colostoma. Patiënte kampte met pijn, bijwerkingen van pijnmedicatie en verlies van autonomie bij zorgafhankelijkheid. Deze situatie stond in schril contrast met hoe patiënte voorheen in het leven had gestaan. Zij had geen energie en motivatie om het ziektebeloop verder af te wachten. Een door de arts geraadpleegde psychiater oordeel dat patiënte wilsbekwaam was.