Oordeel 2014-88, arts, kanker, vrijwillig en weloverwogen verzoek

Bij patiënt, een man van 50-60 jaar, werd drie maanden voor het overlijden een Non-Hodgkin lymfoom vastgesteld. Het ziektebeeld was sterk progressief; patiënt werd in een korte periode geconfronteerd met ernstige uitvalsverschijnselen en beperkingen. Tweeënhalve week voor het overlijden concludeerde een geraadpleegde psychiater dat het euthanasieverzoek van patiënt invoelbaar was, maar dat zijn emotionele ontregeling een weloverwogen keuze beïnvloedde en dat er meer tijd moest worden genomen, ook om patiënt en zijn gezin goed afscheid te laten nemen. Anderhalve week later constateerde een psycholoog dat er ruimte was voor communicatie in het gezin en dat de gezinsleden geen twijfels hadden over de euthanasie. De consulent achtte patiënt wilsbekwaam. De arts kon tot de overtuiging