Oordeel 2013-79, arts, dementie / alzheimer

Patiënte, een hoogbejaarde vrouw, kampte het laatste jaar met toenemende lichamelijke klachten en voortschrijdende cognitieve stoornissen. Zij werd hierdoor sterk belemmerd in haar functioneren en was geheel afhankelijk van zorg geworden. Enkele maanden voor het overlijden werd op de spoedeisende hulp de diagnose dementie gesteld. Patiënte had al langer een doodswens. Arts raadpleegde een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige om psychiatrische stoornis uit te sluiten. Hij twijfelde niet aan wilsbekwaamheid van patiënte en consistentie van het euthanasieverzoek, net zo min als de consulent, een specialist ouderengeneeskunde. Arts kon tot overtuiging komen dat sprake was van vrijwillig en weloverwogen verzoek en uitzichtloos en ondraaglijk lijden.