Oordeel 2023-049, zorgvuldig, NVO-melding, longaandoening, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Patiënt leed uitzichtloos en ondraaglijk als gevolg van COPD.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij een man, tussen de 80 en 90 jaar oud, werd geruime tijd voor het overlijden COPD vastgesteld. Deze aandoening was vanaf drie jaar voor het overlijden snel progressief.

Patiënt was continu benauwd en had geen energie. Hierdoor werd zijn wereld steeds kleiner. Patiënt had steeds vaker last van hevige benauwdheidsaanvallen, waarbij hij moest worden opgenomen op de afdeling longgeneeskunde van een ziekenhuis. Hij was voortdurend bang dat hij  nog benauwder te worden. Vlak voor het overlijden lag patiënt in een hospice met drie liter zuurstof.

Patiënt sprak voor het eerst vijf jaar voor het overlijden met de arts over levensbeëindiging. Ongeveer twee weken voor het overlijden verzocht patiënt de arts over te gaan tot uitvoering van de levensbeëindiging.

Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor patiënt ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren voor patiënt geen aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënt voldoende had voorgelicht over de situatie waarin hij zich bevond en zijn vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënt twee dagen voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.

De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.