Oordeel 2021-116, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Hoogbejaarde patiënt werd als gevolg van een stapeling van ouderdomsaandoeningen zeer beperkt in zijn mobiliteit en leed ondraaglijk.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Een man, ouder dan negentig jaar, leed sinds geruime tijd voor het overlijden aan meerdere aandoeningen. Zo was er sprake van fors gehoorverlies, maculadegeneratie (oogziekte), bloedarmoede door ijzertekort (ferriprieve anemie), hartfalen en nekklachten.

De man was nagenoeg doof en voor de communicatie was hij afhankelijk geworden van liplezen. Ook was hij blind aan zijn linkeroog en zag de man erg slecht met zijn rechteroog. Hierdoor werd het steeds moeilijker voor hem om te kunnen liplezen. Daarnaast was de man erg vermoeid, kortademig na inspanning en had hij pijn aan zijn nek.

Door de combinatie van zijn aandoeningen was de man beperkt in zijn mobiliteit en uiteindelijk rolstoelafhankelijk geworden. Hij kon de activiteiten die hem voorheen afleiding en plezier gaven niet meer uitoefenen. De man was altijd erg sociaal geweest en hield ervan met anderen een praatje te maken. Dat dit steeds lastiger werd vond hij moeilijk te verdragen. Hij verloor daarbij ook in toenemende mate de regie en werd steeds afhankelijker van anderen. Hij leed onder de zinloosheid van zijn situatie en het gebrek aan perspectief. De man ervoer zijn lijden als ondraaglijk.

De man had vaker met de arts over euthanasie gesproken. Circa anderhalve maand voor het overlijden heeft de man de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor de man ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de man aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de man voldoende had voorgelicht over de situatie waarin hij zich bevond en zijn vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Zij bezocht de man vier weken voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.

De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.