Oordeel 2014-29, arts, aandoening van het zenuwstelsel, zorgvuldigheidseisen algemeen

Patiënte, een vrouw van 20–30 jaar, leed sinds haar kinderjaren aan een ernstige degeneratieve aandoening van het zenuwstelsel. In de loop van de tijd verergerden haar klachten. Patiënte kampte met het feit dat zij armen en benen niet meer kon bewegen en niet meer kon slikken of zien. Zij was volledig afhankelijk en bang om te stikken in haar speeksel. Patiënte leed het meest onder het feit dat zij niet meer kon praten en daarmee haar vermogen om te communiceren verloor, waardoor diepgaand menselijk contact niet meer mogelijk was. Zij communiceerde door middel van hoofdbewegingen.