Vrijwillig en weloverwogen verzoek

De arts moet de overtuiging hebben gekregen dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt.

Verzoek door de patiënt zelf

Het verzoek tot levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding moet door de patiënt zelf zijn gedaan. Hoewel de familie en vaak ook het verplegende en verzorgende personeel worden betrokken bij het verzoek van de patiënt, is het niet vereist dat zij ermee instemmen. Het verzoek van de patiënt staat centraal.

Wilsbekwaamheid patiënt

De patiënt moet wilsbekwaam zijn. Dat wil zeggen dat hij de informatie over zijn situatie en zijn vooruitzichten kan begrijpen, de eventuele alternatieven kan afwegen en de gevolgen van zijn beslissing kan overzien. Er is geen ruimte voor een plaatsvervangend verzoek van ouders of wettelijke vertegenwoordigers van de patiënt.

Vrijwillig verzoek

Het verzoek van de patiënt moet vrijwillig zijn. Dit houdt in dat:

  • De patiënt in het bezit moet zijn van het geestelijk vermogen om zijn wil vrij te bepalen (interne vrijwilligheid). Een verzoek is bijvoorbeeld niet vrijwillig als dit wordt ingegeven door een (psychiatrische) stoornis die de vrije wil van de patiënt belemmert.
  • De patiënt moet zijn wil hebben geuit zonder druk of onaanvaardbare invloed van anderen (externe vrijwilligheid).

Weloverwogen verzoek

Het verzoek van de patiënt moet weloverwogen zijn. Dat betekent dat er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden op basis van voldoende informatie en een helder ziekte-inzicht.

Schriftelijke wilsverklaring geen wettelijke eis

Het is volgens de wet niet nodig dat het verzoek door de patiënt schriftelijk wordt vastgelegd. Een schriftelijke wilsverklaring kan soms wél extra duidelijkheid verschaffen.

Een mondeling verzoek aan de arts volstaat, tenzij een patiënt niet meer in staat is zijn wil te uiten. Een schriftelijke wilsverklaring kan dan het mondelinge verzoek vervangen in het geval waar een patiënt op het moment van de levensbeëindiging niet meer in staat zijn wil te uiten. Noodzakelijk is dat de patiënt de schriftelijke wilsverklaring heeft opgesteld toen hij nog wilsbekwaam was. Ook moet de arts nagaan of aan de overige zorgvuldigheidseisen is voldaan.

Verzoek van een minderjarige

Minderjarigen vanaf twaalf jaar kunnen een arts om euthanasie vragen. De wet maakt onderscheid in twee leeftijdscategorieën:

  • 12 tot 16 jaar jaar: bij een euthanasieverzoek van patiënten van twaalf tot zestien jaar is instemming van de ouders of voogd vereist;
  • 16 en 17-jarigen:  zestien- en zeventienjarige patiënten kunnen dit verzoek zelfstandig doen, maar hun ouders of voogd moeten wel in de besluitvorming worden betrokken.

Levensbeëindigend handelen bij minderjarigen onder de leeftijd van twaalf jaar wordt gezien als levensbeëindiging zonder verzoek. Het valt buiten het bereik van de WTL.