Oordeel 2022-054, zorgvuldig, NVO-melding, kanker, onafhankelijke arts geraadpleegd.

Patiënte woonde op de BES-eilanden waar geen SCEN-arts als consulent aanwezig was. De arts raadpleegde een onafhankelijke arts ter consultatie.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij een vrouw, tussen de zestig en zeventig jaar, werd twee weken voor het overlijden een longcarcinoom met uitgebreide uitzaaiingen in de wervelkolom en het bekken vastgesteld. Genezing was niet meer mogelijk. De behandeling was uitsluitend nog palliatief van aard.

De vrouw had hevige pijnscheuten die met medicatie niet onder controle waren en zij was in korte tijd ernstig verzwakt. Zij was nagenoeg volledig bedlegerig geworden en zelfstandig tot nauwelijks iets in staat. Hierdoor werd zij in korte tijd steeds afhankelijker van anderen en dat vond de vrouw vreselijk. Zij leed onder het verlies van zelfstandigheid, de daarmee gepaard gaande afhankelijkheid van anderen en de uitzichtloosheid van haar situatie. De vrouw had een reële angst voor de verdergaande achteruitgang en wilde dat niet meer meemaken. Zij ervoer haar lijden als ondraaglijk.

De vrouw verzocht de arts acht dagen voor het overlijden om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Zij was er voorts van overtuigd dat het lijden voor de vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was geworden. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke consulent, niet zijnde een SCEN-arts. De consulent concludeerde dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.

De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

De arts behoort voorafgaande aan het uitvoeren van de euthanasie ten minste één andere, onafhankelijke arts te raadplegen, die de patiënt ziet en beoordeelt of is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen van de Wet op de levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). Hoewel het de voorkeur verdient dat de arts een zogenoemde SCEN-arts raadpleegt als consulent is dit geen wettelijk vereiste (zie ook EuthanasieCode 2022, pagina 30).

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.