Oordeel 2023-078, zorgvuldig, NVO-melding, hart- of vaataandoening, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Patiënt leed ondraaglijk en uitzichtloos op basis van terminaal hartfalen.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij een man, tussen de 90 en 100 jaar oud, was sprake van een eindstadium terminaal hartfalen. Patiënt was bekend met cardiomyopathie met een slechte linker ventrikelfunctie, waardoor hij leed aan progressieve decompensatio cordis. Enkele maanden voor het overlijden maakte patiënt een myocardinfarct door, waardoor zijn toestand verder verslechterde.

Patiënt leed onder extreme vermoeidheid en continue benauwdheid. Hierdoor was sprake van progressieve beperkingen die tot volledige bedlegerigheid en zorgafhankelijkheid hadden geleid.

Patiënt sprak voor het eerst een week voor het overlijden met de arts over levensbeëindiging. Hierna hadden zij intensief contact over dit onderwerp. Vier dagen voor het overlijden verzocht patiënt de arts over te gaan tot uitvoering van de levensbeëindiging.

Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor patiënt ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren voor patiënt geen aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënt voldoende had voorgelicht over de situatie waarin hij zich bevond en zijn vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënt twee dagen voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.

De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.