Oordeel 2024-029, zorgvuldig, NVO-melding, hart- of vaataandoening, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Ondraaglijk en uitzichtloos lijden bij een patiënte door terminaal hartfalen.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij patiënte, een vrouw ouder dan 90 jaar, was sinds ongeveer drie jaar voor het overlijden sprake van terminaal hartfalen. Genezing was niet meer mogelijk. Patiënte was met name de laatste maanden voor het overlijden toenemend benauwd. Ophogen van medicatie leidde niet tot verbetering van de klachten. Patiënte was uiteindelijk continu benauwd en ernstig vermoeid. Zij was tot vrijwel niets meer in staat. Bij de geringste inspanning was patiënte uitgeput. Patiënte leed onder de uitzichtloosheid van haar situatie. Zij wilde niet verhuizen naar een verpleeghuis. Patiënte ervoer haar lijden als ondraaglijk.

Patiënte had vaker met de arts over euthanasie gesproken. Acht dagen voor het lijden heeft patiënte de arts gevraagd om de euthanasie uit te voeren.

Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor patiënte ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren voor patiënte geen aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënte voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënte vier dagen voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.

De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.