Oordeel 2022-100, zorgvuldig, NVO-melding, kanker, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Arts die de euthanasie zou uitvoeren  was op vakantie, maar de situatie van patiënte verslechterde snel. Hierdoor zag de arts patiënte slechts eenmaal.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij een vrouw, tussen de 80 en 90 jaar oud, werd enkele jaren voor het overlijden een niercelcarcinoom vastgesteld, waarbij uitzaaiingen op waren getreden naar de bijnieren, longen en huid. Patiënte leed aan extreme moeheid en forse benauwdheid. Zij was grotendeels ADL-afhankelijk en dit kon zij moeilijk accepteren, aangezien zij gewend was zelf hulp en zorg te geven. Patiënte had veel last van de huidmetastasen, doordat deze bij aanraking al gingen bloeden en patiënte kon maar in één houding zitten of liggen door de metastasen in haar rug.

Patiënte had zich aangemeld bij het Expertisecentrum Euthanasie (EE) met haar verzoek tot levensbeëindiging en enkele maanden voor het overlijden was er uitgebreid met patiënte over haar verzoek gesproken. Zij vond haar lijden toen echter nog niet ondraaglijk. Ongeveer een maand voor het overlijden werd het verzoek concreet, alleen was het afscheid nemen voor patiënte nog moeilijk. Drie gesprekken waren door de collega van de arts gevoerd en de volgende afspraak was na zijn vakantie.

De situatie van patiënte verslechterde echter en ruim een week voor het overlijden bleek deze onhoudbaar. De arts was toen gevraagd als vervangend arts op te treden, aangezien zijn collega nog op vakantie was. Mondeling en schriftelijk kreeg de arts een uitgebreide overdracht en hierna bezocht de arts patiënte zelf, waarin patiënte haar verzoek nogmaals helder en duidelijk verwoordde.

De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.