Raadplegen consulent en deskundige bij patiënten met psychiatrische aandoening

De arts moet bij patiënten met een psychiatrische aandoening naast de reguliere consulent die een oordeel geeft over alle zorgvuldigheidseisen altijd óók een onafhankelijke psychiater raadplegen.

Deze moet met name beoordelen of de patiënt wilsbekwaam is ter zake van het verzoek, of het lijden uitzichtloos is en of redelijke alternatieven ontbreken. Hij mag – anders dan een consulent – zo nodig behandeladviezen geven. Als het contact met én een consulent én een psychiater tot onoverkomelijke belasting voor de patiënt zou leiden, kan het raadplegen van één (SCEN-)consulent die tevens psychiater is voldoende zijn.

In dat geval moet de arts zich wel realiseren dat deze consulent niet alleen als (SCEN-)consulent een oordeel moet geven over de zorgvuldigheidseisen, maar ook als deskundige moet optreden. Als deskundige dient deze een, waar nodig op eigen onderzoek berustend, oordeel te geven over specifieke aspecten zoals de wilsbekwaamheid van de patiënt ter zake van het euthanasieverzoek, de uitzichtloosheid van het lijden en eventuele redelijke alternatieven.

Lees meer over patiënten met een psychiatrische aandoening
Lees meer over combinatie van somatische en psychiatrische aandoeningen

 

Oordelen

2020-40
Patiënte verzocht om euthanasie vanwege PTSS en persoonlijkheidsstoornis met depressieve episodes. Zij had daarnaast ook somatische klachten. De arts heeft conform de EC2018 en de NVvP richtlijn 2018 gehandeld door een onafhankelijke psychiater en een consulent tevens psychiater te raadplegen die bevestigde dat patiënte wilsbekwaam was, er sprake was van uitzichtloos lijden en geen redelijk andere oplossing voor de situatie was.

2020-41
Bij patiënte was sprake van krachtsverlies, progressieve loopstoornis alsmede cognitieve achteruitgang. Door haar persoonlijkheidsstoornis kon patiënte moeilijk omgaan met haar lichamelijke achteruitgang. Er waren geen reële behandelmogelijkheden om haar situatie te veranderen. De arts werd bevestigd in haar oordeel door de onafhankelijk psychiater en de consulent. 

2020-42
Patiënte was al veertig jaar tevergeefs behandeld voor chronisch recidiverende depressies en een persoonlijkheidsstoornis. De geraadpleegde onafhankelijke psychiater, de consulent tevens psychiater en de arts, zelf psychiater, zagen geen redelijke behandelalternatieven. Er was sprake van ondraaglijk en uitzichtloos lijden en patiënte was wilsbekwaam ter zake.