De arts was aanwezig bij het gesprek dat de consulent met patiënte voerde. Daarmee heeft de arts niet voldaan aan de zorgvuldigheidseis van artikel 2, eerste lid onder e Wtl.

Een patiënte met dementie vroeg om euthanasie. De arts raadpleegde een SCEN-arts als consulent. Toen de consulent aankwam voor het gesprek met de patiënte, vroeg de arts of hij bij dit gesprek aanwezig kon zijn. Met toestemming van de consulent woonde de arts het gesprek bij. De arts heeft tijdens het gesprek niets gezegd.

De commissie oordeelt dat de arts niet aanwezig had mogen zijn bij het gesprek dat de consulent met patiënte voerde, omdat daardoor niet met zekerheid valt te zeggen of de consulent in alle vrijheid en zonder inmenging van de arts overtuigd heeft kunnen raken dat aan de zorgvuldigheidseisen a t/m d was voldaan. Ook zou het onder deze omstandigheden kunnen dat de patiënte beïnvloed is geweest door de aanwezigheid van de arts.

Lees via deze link het volledige oordeel met nummer 2025-003.