Oordeel 2022-121, zorgvuldig, NVO-melding, hart- of vaataandoening, uitzichtloos en ondraaglijk lijden.

Patiënte leed ondraaglijk en uitzichtloos op basis van perifeer arterieel vaatlijden.  

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Een vrouw, tussen de 70 en 80 jaar oud, was bekend met een ischemisch linkerbeen op basis van ernstig perifeer arterieel vaatlijden.

Patiënte leed aan hevige pijn in haar linkervoet en onderbeen. Uitgebreide pijnstilling en opiaten waren onvoldoende om de pijn onder controle te krijgen. Een bovenbeenamputatie was de enige overgebleven therapeutische optie, hetgeen voor patiënte niet acceptabel was gezien de zorgafhankelijkheid die dit zou veroorzaken. Door de wonden in het been was patiënte enkele dagen voor het overlijden septisch geraakt. Antibiotica tegen de infectie in het been en de sepsis bleken niet effectief.

Patiënte besprak haar verzoek tot levensbeëindiging voor het moment dat amputatie onvermijdelijk zou zijn ruim een maand voor het overlijden met de arts. Een dag voor het overlijden verzocht patiënte de arts over te gaan tot uitvoering van dit verzoek. Amputatie was nog de enige resterende mogelijkheid en dit maakte dat haar verzoek actueel werd.

Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor patiënte ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren voor patiënte geen aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts patiënte  voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënte een dag voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.

De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.