Oordeel 2022-103, zorgvuldig, NVO-melding, dementie, uitzichtloos en ondraaglijk lijden, vrijwillig en weloverwogen verzoek.

Patiënte had last van aanvalsgewijze klachten, uiteindelijk geduid als een combinatie van Lewy body dementie en Alzheimer.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Een vrouw, tussen de 70 en 80 jaar oud, had sinds ongeveer negen maanden voor het overlijden  zeldzame aanvalsgewijze klachten, die uiteindelijk werden geduid als een combinatie tussen Lewy body dementie en Alzheimer. Deze aanvalsgewijze klachten bestonden uit motorische problemen met freezing en spasmen van haar armen en benen, en angstige audiovisuele hallucinaties.

Het lijden van patiënte bestond uit het verlies van zelfstandigheid door de onvoorspelbare en hevige plotse aanvallen van haar motoriek en de angstige hallucinaties, die totale ontreddering teweegbrachten. Bij deze aanvallen was patiënte geheel hulpeloos en angstig, met vrijwel totaal herstel van haar motoriek en cognitie na de aanval. Patiënte was door haar aanvallen geheel zorgafhankelijk geworden en er was sprake van een sterk progressief beeld. 

De huisarts had geen ervaring met euthanasie, waardoor  patiënte zich wendde  tot EE. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Tussen de aanvallen en hallucinaties door was patiënte volgens de arts cognitief scherp en wilsbekwaam. De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent, die patiënte ongeveer twee weken voor het overlijden bezocht. De consulent kwam tevens tot de conclusie dat patiënte wilsbekwaam was ter zake haar euthanasieverzoek.

De arts voerde vervolgens de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

In het geval er bij een patiënt sprake is van dementie wordt van de arts gevraagd met grote behoedzaamheid na te gaan of aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan, in het bijzonder aan de eisen inzake het vrijwillig en weloverwogen verzoek en het ondraaglijk lijden. Naarmate het ziekteproces bij patiënten met dementie voortschrijdt, neemt de wilsbekwaamheid van de patiënt af.

Als een patiënt met dementie nog wilsbekwaam is ten aanzien van zijn euthanasieverzoek voldoet in het algemeen de reguliere consultatieprocedure kunnen worden volstaan. Nodig is dan wel dat de diagnose dementie lege artis is gesteld. Bij twijfel over de wilsbekwaamheid van de patiënt ligt het voor de hand dat de arts specifiek daarover advies van een onafhankelijk deskundige vraagt. (EuthanasieCode 2022, pagina 49).

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.