Oordeel 2021-54, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden, vrijwillig en weloverwogen verzoek, geen redelijke andere oplossing.

Een patiënte werd door de combinatie van haar aandoeningen zeer beperkt in de ADL en haar mobiliteit. Ook leed zij veel pijn.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij een vrouw, tussen de tachtig en negentig jaar, was sinds geruime tijd voor het overlijden sprake van droge maculadegeneratie (oogziekte), rupturen in beide schouders en bicepspezen waardoor zij beperkt was in de schouder- en armbewegingen, een baarmoederverzakking waarvoor zij geen pessarium verdroeg, polyartrose in haar knieën, heupen, schouders en de wervelkolom, een inzakkingsfractuur door een val, balansproblemen en slikklachten.

Het lijden van de vrouw bestond uit slecht zicht, beperkte mobiliteit van haar armen en schouders en plasproblemen met regelmatig vaginale infecties. Door de balansproblemen was de vrouw vaak gevallen met regelmatig ernstige gevolgen zoals botbreuken, wonden en wondinfecties. Hiervoor had zij een aantal huidtransplantaties ondergaan en was de huid op haar benen erg dun en gevoelig geworden. Eten ging steeds moeizamer en lukte alleen nog maar als het gepureerd was. De vrouw had pijn over haar hele lichaam, die vanwege de bijwerkingen ook met medicatie niet volledig onder controle was.

Door de combinatie van haar aandoeningen was de vrouw zeer beperkt in haar mobiliteit en had zij continu pijn in heel haar lichaam. Zij verloor in toenemende mate haar autonomie en werd steeds afhankelijker van anderen en dat vond zij een gruwel. Door de jaren heen had de vrouw veel aanpassingen bedacht om zelfredzaam te blijven, maar deze strijd had haar uitgeput en moedeloos gemaakt.

Zij kon haar hobby’s niet meer uitoefenen en ook lezen of tv kijken ter afleiding lukte niet meer. De dingen die voor de vrouw betekenisvol waren geweest waren weggevallen en dit vergde emotioneel veel van haar. Zij leed onder de zinloosheid van haar situatie, de toenemende afhankelijkheid van anderen, het gebrek aan perspectief en zij zag op tegen verdere fysieke achteruitgang. De vrouw ervoer haar lijden als ondraaglijk.

De vrouw had vaker met de arts over euthanasie gesproken. Een maand voor het overlijden heeft de vrouw de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor de vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Hij bezocht de vrouw tien dagen voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.

De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012.

Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.