Oordeel 2020-97, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, onafhankelijke arts geraadpleegd, vrijwillig en weloverwogen verzoek

Toenemende chronische pijn op basis van degeneratieve afwijkingen door poly-artrose, patiënte wilde geen verder onderzoek naar mogelijke maligniteit.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Bij een vrouw, tussen de tachtig en negentig jaar, was sinds geruime tijd voor het overlijden sprake van toenemende chronische pijn aan de benen en rug op basis van degeneratieve afwijkingen aan haar gewrichten en wervelkolom en door poly-artrose. Daarnaast had de vrouw in de laatste twee jaar voor het overlijden veel urineweginfecties doorgemaakt. Ongeveer een half jaar voor het overlijden had de vrouw een Transient Ischaemic Attack (TIA, een tijdelijk verminderde bloedtoevoer in de slagaderen van de hersenen) doorgemaakt. Sinds twee maanden voor het overlijden was sprake van een toenemende zwelling in de buik en chronische buikpijn. Er werd gedacht aan een maligniteit, maar de vrouw wilde er geen verder onderzoek meer naar laten doen.

Het lijden van de vrouw bestond uit pijn die steeds heviger werd en ook met medicatie onvoldoende onder controle kwam. Zij had in de loop der jaren veel behandelingen ondergaan, allen zonder het gewenste resultaat en dat maakte haar wanhopig. Daarbij bleken de urineweginfecties steeds moeilijker te bestrijden. Uiteindelijk was sprake van blaaspijn met frequente mictiedrang en zelfs incontinentie voor urine. Door haar beperkingen was de vrouw haar mobiliteit verloren en raakte aan huis gekluisterd. Ook een scootmobiel bood geen soelaas nu het te pijnlijk voor haar was om erin te zitten en zij er niet zelfstandig uit kon komen.

De vrouw, die altijd een sterke en positieve vrouw was geweest, was tot weinig meer in staat en daarom kon zij verdere diagnostiek naar de zwelling in haar buik niet meer opbrengen. De vrouw gaf aan ‘dat de rek eruit was’. Zij leed onder de continu aanwezige pijn, de ontluistering van haar situatie en het gebrek aan perspectief. De vrouw ervoer haar lijden als ondraaglijk. De arts was ervan overtuigd dat het lijden voor de vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De vrouw had vaker met de arts over euthanasie gesproken. Anderhalve maand voor het overlijden heeft de vrouw de arts om daadwerkelijke uitvoering van de levensbeëindiging verzocht. Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Zij bezocht de vrouw vijf dagen voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan. De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012.

Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.