Latere fase dementie

Bij patiënten met dementie is er aanleiding met extra behoedzaamheid na te gaan of aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen is voldaan, in het bijzonder aan de eisen inzake de wilsbekwaamheid en het ondraaglijk lijden. Naarmate het ziekteproces bij patiënten met dementie voortschrijdt, neemt de wilsbekwaamheid van de patiënt af. Na verloop van tijd kan de patiënt volledig wilsonbekwaam worden.

De uitvoering van een euthanasieverzoek in de fase waarin het proces van dementering zodanig is voortgeschreden dat de patiënt niet langer wilsbekwaam is en ook niet meer kan communiceren (of uitsluitend nog door eenvoudige uitingen of gebaren) is mogelijk in gevallen waarin de patiënt, toen hij nog wilsbekwaam was, een schriftelijke wilsverklaring heeft opgesteld. Het moet gaan om een duidelijke verklaring, die onmiskenbaar van toepassing is op de ontstane situatie.

De arts zal dan het gehele ziekteproces en alle overige specifieke omstandigheden bij zijn overwegingen moeten betrekken. Het komt dan aan op het interpreteren van het gedrag en de uitingen van de patiënt, zowel gedurende het ziekteproces als vlak voor de uitvoering van de euthanasie. Op dat moment moet aannemelijk zijn dat uitvoering van de euthanasie in de lijn ligt van de eerdere schriftelijke wilsverklaring, en dat daarvoor geen contra-indicaties bestaan (zoals duidelijke tekenen dat de patiënt geen levensbeëindiging wil).

Voorts dient aannemelijk te zijn dat de patiënt op dat moment ondraaglijk lijden ervaart. Zoals eerder opgemerkt speelt bij het beoordelen daarvan de inhoud van de wilsverklaring een rol. Aan de overige zorgvuldigheidseisen moet zoveel als feitelijk mogelijk is in de gegeven situatie voldaan zijn.

Uit: EuthanasieCode 2018, Latere fase dementie.

Lees: oordeel 2020-06
Patiënte met vergevorderde dementie waarbij de arts aanvankelijk twijfels had over de wilsbekwaamheid van patiënte. Uiteindelijk werden deze twijfels weggenomen, door meerdere uitgebreide gesprekken met patiënte te hebben gevoerd en door het raadplegen van een consulent, tevens ouderenpsychiater, die ook bevestigde dat patiënte wilsbekwaam was ten aanzien van haar euthanasieverzoek.