Oordeel 2022-032, zorgvuldig, NVO-melding, stapeling van ouderdomsaandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden, vrijwillig en weloverwogen verzoek.

Patiënte leed ondraaglijk op grond van een stapeling van verschillende ouderdomsaandoeningen. De arts en de consulent achtten de patiënte wilsbekwaam.

In meldingen waarin de commissie van oordeel is dat de arts aan alle zorgvuldigheidseisen voldaan heeft en die geen enkele vraag oproepen, wordt de arts vrijwel altijd in een korte brief op de hoogte gesteld van de uitkomst van de beoordeling. De hieronder staande casus betreft een dergelijke melding. De tekst is dus niet een verzonden oordeel, maar een samenvatting van de casuïstiek van de betreffende melding.

Een vrouw, ouder dan negentig jaar, leed sinds geruime tijd voor het overlijden aan meerdere aandoeningen. Zo was er sprake van osteoporose, artrose, anemie en duizeligheidsklachten. Door de combinatie van deze aandoeningen werd de vrouw ernstig beperkt in haar mobiliteit en viel zij regelmatig, waarbij zij soms ook fracturen opliep. Uiteindelijk raakte zij aan stoel en bed gebonden. Daarnaast was de vrouw slechtziend, slechthorend en leed zij aan slapeloosheid.

De vrouw, die tot twee jaar voor haar overlijden zelfstandig en ondernemend was geweest, was uiteindelijk tot weinig meer in staat. De activiteiten die haar voorheen afleiding en plezier hadden geboden kon zij niet meer uitoefenen en tevens kon zijn nagenoeg niet meer voor zichzelf zorgen. Zij kon naar eigen zeggen alleen nog maar zinloos in een stoel zitten en wachten of verdere achteruitgang. Een opname in een verpleeghuis dreigde en een dergelijke verhuizing kon de vrouw niet meer opbrengen. Zij leed onder het verlies van autonomie en de zinloosheid en uitzichtloosheid van haar situatie. Zij ervoer haar lijden als ondraaglijk.

De vrouw had eerder met de huisarts over euthanasie gesproken. Nu de vrouw nog zo helder van geest was, vond de huisarts het emotioneel te belastend om in te gaan op het euthanasieverzoek. Hierop wendde de vrouw zich tot Expertisecentrum Euthanasie (hierna: EE). De arts heeft drie keer met de vrouw gesproken. Direct tijdens het eerste bezoek, anderhalve maand voor het overlijden, verzocht de vrouw direct om uitvoering van de levensbeëindiging.

Volgens de arts was er sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Zij stelde vast dat de vrouw ondanks haar hoge leeftijd zeer helder van geest was, haar verzoek goed kon onderbouwen en daarvan ook de consequenties overzag. De arts was er voorts van overtuigd dat het lijden voor de vrouw ondraaglijk en naar heersend medisch inzicht uitzichtloos was. Er waren geen voor de vrouw aanvaardbare mogelijkheden meer om het lijden te verlichten. Verder kon uit de stukken worden afgeleid dat de arts de vrouw voldoende had voorgelicht over de situatie waarin zij zich bevond en haar vooruitzichten.

De arts raadpleegde een onafhankelijke SCEN-arts als consulent. Hij bezocht de vrouw drieënhalve week voor het overlijden en kwam tot de conclusie dat aan de zorgvuldigheidseisen werd voldaan.

De arts voerde de euthanasie uit met de middelen, in de hoeveelheid en op de wijze als aanbevolen in de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van september 2021.

Een stapeling van ouderdomsaandoeningen kan de oorzaak zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het lijden van de patiënt moet zijn oorzaak vinden in een medische aandoening, die zowel somatisch als psychiatrisch van aard kan zijn. Het hoeft het niet te gaan om één overheersend medisch probleem. Het lijden van de patiënt kan ook het gevolg zijn van een stapeling van grotere en kleinere gezondheidsproblemen. De optelsom van medische problemen kan, in samenhang met de ziektegeschiedenis, de biografie, de persoonlijkheid, het waardepatroon en de draagkracht van de patiënt, een lijden doen ontstaan dat voor de patiënt ondraaglijk is.

De commissie kwam tot het oordeel dat de arts gehandeld heeft overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen.