Oordeel 2014-39, arts, aandoening van het zenuwstelsel, uitzichtloos en ondraaglijk lijden

Patiënt, een man van 30-40 jaar, leed sinds zijn geboorte aan een ernstige neurodegeneratieve aandoening waarvan geen genezing mogelijk is. Het lijden van patiënt bestond uit zijn volledige afhankelijkheid van hulp en het feit dat eten, slikken en verbaal communiceren snel achteruit gingen. De arts raadpleegde tweemaal een consulent. De eerste consulent gaf de arts adviezen met het oog op een op te starten euthanasietraject. De tweede consulent kon aanvankelijk de uitzichtloosheid van het lijden niet beoordelen, maar concludeerde uiteindelijk na kennisneming van een brief van de behandelend neurologe dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.