Oordeel 2013-62, arts, aandoeningen van het zenuwstelsel, uitzichtloos en ondraaglijk lijden

Bij patiënt werd zes jaar voor overlijden de ziekte van Huntington vastgesteld. Hij kreeg revalidatietherapie en logopedie en gebruikte medicatie, echter zonder langdurig positief effect. Patiënt kon uiteindelijk nauwelijks nog lopen en viel regelmatig. Hij kampte met slik- en spraakproblemen; het vooruitzicht steeds slechter te communiceren was voor hem ondraaglijk. Patiënt had ook oncontroleerbare woede-uitbarstingen, wat tot grote schaamtegevoelens leidde, en was incontinent voor urine. Hij was vrijwel volledig hulpbehoevend, maar wilde niet naar een verpleeghuis. Arts kon tot overtuiging komen dat sprake was van uitzichtloos en ondraaglijk lijden.