Oordeel 2013-16, arts, psychiatrisch, uitzichtloos en ondraaglijk lijden

Bij patiënte, 30-40 jaar, bestaat al sinds haar achttiende levensjaar uitgebreide psychiatrische problematiek. In de laatste acht jaar is sprake van een borderline-persoonlijkheidsstoornis, een eetstoornis, een obsessief compulsieve stoornis, kleptomanie en verzamelwoede. Patiënte is zeer uitgebreid behandeld. Desondanks gaat haar situatie alleen maar achteruit. Er ontstaan ook lichamelijke klachten. Patiënte lijdt ondraaglijk en vraagt om euthanasie. De arts, haar behandelend psychiater, raadpleegt op advies van een SCEN-arts, twee onafhankelijke psychiaters. Beiden spreken, afzonderlijk van elkaar, met patiënte. Zij zijn beiden van oordeel dat de lijdensdruk hoog is, terwijl de behandelingsmogelijkheden uitgeput zijn. Zij achten patiënte wilsbekwaam ten aanzien van haar euthanasieverzoek. De arts raadpleegt vervolgens een (andere) SCEN-arts, tevens specialist ouderengeneeskunde. Deze stelt, na een gesprek met patiënte, gesteund door het oordeel van de beide onafhankelijke psychiaters, vast dat aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan.