Oordeel 2013-69, arts, overige aandoeningen, uitzichtloos en ondraaglijk lijden

Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, leed aan aangeboren oogaandoening waardoor zij uiteindelijk vrijwel niets meer kon zien. Zij kampte onder meer met haar afhankelijkheid door de toegenomen visuele beperking. De hulpmiddelen die werden aangedragen om beter met de handicap om te kunnen gaan kon zij niet accepteren. Huisarts kon niet ingaan op het euthanasieverzoek en verwees patiënte naar de Stichting Levenseindekliniek. Een psychiater sloot een depressie uit. Arts, die uitgebreid met patiënte had gesproken, kon tot overtuiging komen dat patiënte ondraaglijk leed onder haar visuele beperking. Arts zag op grond van informatie van huisarts af van nader oogheelkundig onderzoek. Commissie acht dit een tekortkoming, maar is niettemin van oordeel dat arts wat betreft uitzichtloosheid van het lijden niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Ook overigens aan zorgvuldigheidseisen voldaan.