Oordeel 2015-52, huisarts, hart- en vaataandoeningen, vrijwillig en weloverwogen verzoek, onafhankelijke arts geraadpleegd

Patiënte was na een massaal CVA, niet meer tot communiceren in staat. De patiënte had eerder met de arts over euthanasie gesproken en een wilsverklaring op gesteld. De consulent kwam op basis van de schriftelijke wilsverklaring, het patiëntendossier, de informatie van de arts en gesprekken met naasten, tot de conclusie dat patiënte vrijwillig en weloverwogen om euthanasie had gevraagd. De consulent vond de ondraaglijkheid van het lijden zichtbaar en invoelbaar. Er bestond geen kans op verbetering van de situatie. Uit de informatie van de arts was aan de consulent duidelijk geworden dat de arts eerder uitgebreid met patiënte had gesproken over de ontstane situatie. Daarbij waren zij toen ook samen tot de conclusie gekomen dat er geen redelijke alternatieven meer voorhanden waren.