Houdbaarheidsdatum coma-inducerend middel noodset verstreken

Tijdens het toedienen van het coma-inducerend middel bij patiënte constateerde de arts dat het infuus niet meer goed zat. Daarop heeft zij een nieuw infuus laten zetten. De arts constateerde dat de houdbaarheidsdatum van het coma-inducerend middel uit de noodset was verstreken. Nadat de apotheker op verzoek van de arts nieuwe middelen had gebracht, werd de levensbeëindiging verder uitgevoerd.
 

De commissie constateert dat de uitvoering van de levensbeëindiging een gecompliceerd beloop had. Naar het oordeel van de commissie heeft de arts in de gegeven omstandigheden de levensbeëindiging medisch zorgvuldig uitgevoerd. Hierbij neemt de commissie in overweging dat de arts, nadat zij constateerde dat het infuus niet goed meer zat, een nieuw infuus heeft laten zetten. Nadat bleek dat de houdbaarheidstermijn van de coma-inductor in de noodset was verstreken heeft zij nieuwe middelen laten brengen. De levensbeëindiging heeft zij vervolgens conform de KNMG/KNMP Richtlijn Uitvoering euthanasie en hulp bij zelfdoding van augustus 2012 uitgevoerd.

Lees oordeel 2019-64